SV | En het is geschied, als God mij uit mijns vaders huis deed dwalen, zo sprak ik tot haar: Dit zij uw weldadigheid, die gij bij mij doen zult; aan alle plaatsen waar wij komen zullen, zeg van mij: Hij is mijn broeder! |
WLC | וַיְהִ֞י כַּאֲשֶׁ֧ר הִתְע֣וּ אֹתִ֗י אֱלֹהִים֮ מִבֵּ֣ית אָבִי֒ וָאֹמַ֣ר לָ֔הּ זֶ֣ה חַסְדֵּ֔ךְ אֲשֶׁ֥ר תַּעֲשִׂ֖י עִמָּדִ֑י אֶ֤ל כָּל־הַמָּקֹום֙ אֲשֶׁ֣ר נָבֹ֣וא שָׁ֔מָּה אִמְרִי־לִ֖י אָחִ֥י הֽוּא׃ |
Trans. | wayəhî ka’ăšer hiṯə‘û ’ōṯî ’ĕlōhîm mibêṯ ’āḇî wā’ōmar lāh zeh ḥasədēḵə ’ăšer ta‘ăśî ‘immāḏî ’el kāl-hammāqwōm ’ăšer nāḇwō’ šāmmâ ’imərî-lî ’āḥî hû’: |
En het is geschied, als God mij uit mijns vaders huis deed dwalen, zo sprak ik tot haar: Dit zij uw weldadigheid, die gij bij mij doen zult; aan alle plaatsen waar wij komen zullen, zeg van mij: Hij is mijn broeder!
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En het is geschied, als God mij uit mijns vaders huis deed dwalen, zo sprak ik tot haar: Dit zij uw weldadigheid, die gij bij mij doen zult; aan alle plaatsen waar wij komen zullen, zeg van mij: Hij is mijn broeder!
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!